Rekenregels
1. |
Haakjes wegwerken. |
2. |
Machten en Wortels. |
3. |
Vermenigvuldigen en Delen. |
4. |
Optellen en Aftrekken. |
* |
(( )) Van binnen naar buiten werken |
* |
2, 3, 4, Je werkt altijd van links naar rechts. |
Symbols
Bewerkingen: |
+ |
Optellen |
- |
Aftrekken |
x * ∙ |
Vermenigvuldigen |
: / − ÷ |
Delen |
√ |
Wortel |
| | |
Absolute waarde |
= |
is gelijk aan |
≠ |
Is niet gelijk aan |
≈ |
is ongeveer gelijk aan |
.... |
enz. etc. volgens zelfde patroon |
( ) |
Haakjes |
[ ] |
Vierkante Haakjes |
{ } |
Accolades |
π |
Pi |
± |
Plus minus |
∓ |
Minus plus |
< |
is kleiner dan |
> |
is groter dan |
≤ |
is kleiner of gelijk aan |
≥ |
is groter of gelijk aan |
Bijzondere Symbolen: |
∑ |
Summation |
∫ |
Integral |
∞ |
Infinity |
∝ |
Proportionality |
∏ |
Product |
! |
Faculteit |
∮ |
Line Intergral |
Verzamelingenleer: |
{ , } |
Verzamelingaccolades |
{ : } { | } |
Verzameling |
∅ {} |
Lege verzameling |
∈ ∉ |
Element van |
= |
Gelijkheid |
⊆ (⊂) |
Deelverzameling |
∩ |
Doorsnede |
∪ |
Vereniging |
⊂ |
Strikte Subset |
⊄ |
geen subset |
⊇ |
Superset |
⊃ strikte superset |
⊅ |
Geeb superset |
\ |
Verschil verzameling |
× |
Cartesisch product |
P(X) |
Machtsverzameling |
| | |
Kardinaliteit |
Logica: |
¬ (not) |
Negatie |
∧ (and) |
Conjunctie |
∨(or) |
Disjunctie |
→ ⇒ ⟹ (if, then) |
Implicatie |
↔ ⇔ ⟺ (equals) |
Equivalentie |
∀(For All) |
Universele Kwantor |
∃ (There Exists a) |
Existentiële kwantor |
∃! (There exists one) |
Unieke Kwantor |
Verzamelingen van Getallen: |
Z of ℤ |
Gehele getallen |
Q of ℚ |
Rationale getallen |
R of ℝ |
Reële getallen |
C of ℂ |
Complexe getallen |
N of ℕ |
Natuurlijke getallen |
B |
Binaire getallen |
Meetkunde & Goniometrie: |
⊥ |
Staat Loodrecht |
‖ |
Is evenwijdig met |
∠ |
Vormt een hoek met |
◦ ′ ” |
Graden, minuten en seconden |
rad |
Radialen |
gon 10g |
100 Delige Graden |
Regels voor Deelbaarheid
Deelbaarheid: |
|
Een (geheel) getal is deelbaar door een ander (geheel) getal als bij de deling de rest 0 is. Zo is 125 deelbaar door 5, want 125 : 5 = 25 rest 0 en is 128 niet deelbaar door 7. |
Deerbaar door 2: |
|
Als het een even getal is. (of als het eindigt op 0, 2, 4, 6 of 8) |
Deerbaar door 3: |
|
Als de som van de cijfers gelijk is aan 3, 6 of 9. |
Deerbaar door 4: |
|
Als de laatste 2 cijfers in de tafel van 4 komen. |
Deerbaar door 5: |
|
Als het eindigt op 0 of 5. |
Deerbaar door 6: |
|
Als het deelbaar is door 2 én door 3. (of als het een even getal is waarvan de som van de cijfers gelijk is aan 3, 6 of 9) |
Deerbaar door 7: |
|
Als je van links naar rechts kunt delen door 7. |
Deerbaar door 8: |
|
Als de laatste 3 cijfers in de tafel van 8 komen. |
Deerbaar door 9: |
|
Als de som van de cijfers gelijk is aan 9. |
Deerbaar door 10: |
|
Als het eindigt op 0. |
Deerbaar door 11: |
|
Als de som van de cijfers op de even plaatsen min de som van de cijfers op de oneven plaatsen gelijk is aan 0 of 11. |
Deerbaar door 12: |
|
Als het deelbaar is door 3 én door 4. |
Deerbaar door 13: |
|
Als het getal, dat verkregen wordt door achtereenvolgens het laatste cijfer weg te laten, dat cijfer op te tellen bij het getal gevormd door de overblijvende cijfers, en af te trekken van de tientallen daarvan, deelbaar is door 13. |
Deerbaar door 14: |
|
Als het getal even is en deelbaar door 7. |
Deerbaar door 15: |
|
Als het deelbaar is door 3 én door 5. |
Deerbaar door 18: |
|
Als het deelbaar is door 2 én door 9. |
Deerbaar door 25: |
|
Als het eindigt op 00, 25, 50 of 75. |
Deerbaar door 100: |
|
Als het eindigt op 00. |
Deerbaar door 1000: |
|
Als het eindigt op 000. |
Taalgebruik
Term Groep getallen of variabelen die met elkaar verbonden zijn door vermenigvuldiging of deling. Termen worden van elkaar gescheiden door optellen of aftrekken. Voorbeeld: 4xy+n Dit is een uitdrukking van twee termen van één keer drie factoren en een enkele factor, ook wel 4*x*y + n
|
Factor Elk van de waarden in een vermenigvuldiging, die met elkaar vermenigvuldigd het product vormen.Voorbeeld: x*a= ax Deze vergelijking bestaat uit een term van twee factoren. x en a.
|
Ontbinden in factoren Dit betekent het omschrijven van een som van meerdere termen naar een vermenigvuldiging van een enkele term. (een Factor)
|
Coëffiecient Een getal waarnee een variabele vermenigvuldigd wordt en je vertelt hoeveel van de variabele je hebt.
|
Vergelijking Een vergelijking gebruikt een teken om een verband aan te geven. Voorbeeld: 2x2+4x=7
|
Uitdrukking Willekeurige combinatie van waarden en bewerkingen die een verhouding en verband zijn. Voorbeeld: 2x2+4x
|
Bewerking of Operatie Actie die uitgevoerd wordt op één of twee getallen, met als resultaat een nieuw getal. Bewerkingen zijn: machtsverheffen, worteltrekken, vermenigvuldigen, delen, optellen, aftrekken, etc.
|
Variabele Is een letter die een getal voorstelt, maar die varieert tot dat deze wordt geschreven als onderdeel van een ongelijkheid of vergelijking. Voorbeeld: In de formule ax2+bx+c = 0, is x de variabele omdat zijn waarde afhangt van waarden die worden gegeven aan a, b, en c.
|
Constante Is een vaste waarde of getal in een vergelijking die altijd dezelfde waarde blijft houden. Voorbeeld: 5 is een constante omdat 5 altijd 5 is. In de formule ax2+bx+c = 0, zijn a,b en c de constanten met een vaste waarde.
|
Exponent Is een in superscript getal rechtsboven een variabele of getal dat een herhaalde vermenigvuldiging aangeeft, de exponent is ook wel de macht van een waarde. Voorbeeld: x2 Dit spreek je uit als x tot de tweede Macht of de tweede Macht van x.
|
Tegengestelde Is het getal met het tegengestelde voorteken. Voorbeeld: -3 is het tegengestelde van 3, 16 is het tegengestelde van -16.
|
Omgekeerde Ook wel "Inverse" of "Reciproque" genoemd. Dit is het omkeren van een bewerking. Om een inverse te creëren schrijf je het originele getal als een breuk met een één in de teller. Voorbeeld: De Inverse van 2 is 1/2, de Inverse van 4/7 is 7/4
|
Vereenvoudigen Dit betekent dat je alle bij elkaar te combineren termen samenvoegt in een uitdrukking door deze in een vereenvoudigde vorm te herschrijven.
|
Oplossen Het vinden van het antwoord, en in de wiskunde uitvinden iwaar een variabele voor staat.
|
|
|
Regels bij Positieve en Negatieve voortekens
Absolute Waarden: |
|a|= a |
Als a ≥ 0 (positief) |
|a|= -a |
Als a < 0 (negatief), zodat -a positief is. |
Zelfde Voortekens: |
(+a) + (+b) = + (a+b) |
Uitkomst positief |
(-a) + (-b) = - (a+b) |
Uitkomst negatief |
Voortekens Optellen en Aftrekken |
(+a) + (-b) = (+a) - (+b) |
Uitkomst is afhankelijk van grootste getal. |
(+a) + (+b) = (+a) - (-b) |
Uitkomst is afhankelijk van grootste getal. |
(-a) + (-b) = (-a) - (+b) |
Uitkomst is afhankelijk van grootste getal. |
(-a) + (+b) = (-a) - (-b) |
Uitkomst is afhankelijk van grootste getal. |
Voortekens Vermenigvuldigen |
(+a) ∗ (+b) = + ab |
Uitkomst positief |
(+a) ∗ (-b) = - ab |
Uitkomst negatief |
(-a) ∗ (+b) = - ab |
Uitkomst negatief |
(-a) ∗ (-b) = + ab |
Uitkomst positief |
Voortekens Delen |
(+a) ÷ (+b) = + ab |
Uitkomst positief |
(+a) ÷ (-b) = - ab |
Uitkomst negatief |
(-a) ÷ (+b) = - ab |
Uitkomst negatief |
(-a) ÷ (-b) = + ab |
Uitkomst positief |
Bewerkingen met 0 |
0 + a = a |
Uitkomst positief |
0 - a = -a |
Uitkomst negatief |
a 0 = 0 / 0 ∗ a = 0 |
Iets keer niets = Niets |
a ÷ 0 = 0 / 0 ÷ a = 0 |
Iets gedeeld door niets = Niets |
Vermenigvuldigen en delen met 1 |
n ∗ 1 = n |
Iets keer 1 = Iets |
n ÷ 1 = n |
Iets gedeeld door 1 = Altijd Iets |
Stappenplan voor vinden GCF
Vergelijk gemene delers |
|
Stap 1: |
|
Bepaal de factoren van het getal. Je hebt geen priemfactoren nodig om de grootste gemene deler te bepalen. Begin met het vinden van alle factoren van de getallen die je vergelijkt. |
|
|
Voorbeeld: 10 = 1, 2, 5, 10 21 = 1, 3, 7, 21 |
|
Stap 2: |
|
Vergelijk de sets van factoren totdat je het grootste getal in beide sets hebt gevonden. |
|
|
Voorbeeld: 10 = 1, 2, 5, 10 21 = 1, 3, 7, 21 GCF = 1 |
Met behulp van Ontbinden in priemfactoren |
|
Priemgetallen zijn 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 97 en 331, om er maar een paar te noemen. |
|
Stap 1: |
|
Ontbind elk getal volledig in priemgetallen. Een priemgetal is een getal groter dan 1, dat enkel deelbaar is door 1 en zichzelf. |
|
|
Voorbeeld: Ontbinden in priemfactoren: 24 = 2 x 2 x 2 x 3 84 = 2 x 2 x 3 x 7 |
|
Stap 2: |
|
Bepaal de gemeenschappelijk priemfactoren. Kies uit alle priemgetallen tussen de sets die hetzelfde zijn. Er kunnen verschillende gemene priemdelers zijn. |
|
|
Voorbeeld: Bepalen gemeenschappelijke priemfactoren: 24 = 2 x 2 x 2 x 3 84 = 2 x 2 x 3 x 7 Gemeenschappelijke priemfactoren: 2 x 2 x 3 |
|
Stap 3: |
|
Bereken. Als er slechts één gemeenschappelijk priemfactor is, dan is dat je gemene deler. Als er meerdere gemeenschappelijke priemfactoren zijn, vermenigvuldig dan vervolgens alle gemeenschappelijke priemfactoren met elkaar om de grootste gemene deler te krijgen. |
|
|
Voorbeeld: Vermenigvuldigen gemeenschappelijke priemfafctoren: 2 x 2 x 3 = 12 GCF = 12 |
Stappenplan Ontbinden in Factoren
Ontbinden van een Kwadratische Uitdrukking |
We beschouwen de volgende uitdrukking: |
|
|
ax2 + bx + c |
Stap 1: |
|
Bepaal de manieren waarop je, in de eerste term, twee getallen kunt vermenigvuldigen om a te krijgen. |
|
|
Voorbeeld: a = e ∗ f |
Stap 2: |
|
Bepaal de manieren waarop je, in de derde term, twee getallen kunt vermenigvuldigen om c te krijgen. |
|
|
Voorbeeld: c = g ∗ h |
Stap 3: |
|
Bekijk het voorteken van c en de getallen paren die gevonden zijn in Stap 1 en 2 |
|
Optie 1: |
|
Als c positief is, zoek je twee getallen paren uit de lijst van Stap 1 en 2 waarvan de som van hun producten gelijk is aan b. |
|
|
Voorbeeld: e ∗ f + g ∗ h = b |
|
Optie 2: |
|
Als c negatief is, zoek je twee getallen paren uit de lijst van Stap 1 en 2 waarvan het verschil van hun producten gelijk is aan b. |
|
|
Voorbeeld: e ∗ f - g ∗ h = b |
Stap 4: |
|
Sckik de geselecteerde getallen in de vorm van twee tweetermen. |
|
|
Voorbeeld: (e h) (g f) |
Stap 5: |
|
Plaats nu de juiste voortekens en x. |
|
Als zowel b als c positief zijn, zijn de voortekens beide positief: |
|
|
Voodbeeld: (ex + h) (gx + f) |
|
Als zowel b als c negatief zijn, zijn de voortekens beide negatief: |
|
|
Voodbeeld: (ex - h) (gx - f) |
|
Een van de voortekens is positief en de ander negatief, als c negatief is. De keuze, voor welk getal dit geldt, is afhankelijk van het voorteken van b en hoe de factoren zijn opgeschreven. |
Stappenplen voor Isoleren variabele
Zeer belangrijk: |
1. |
Secuur en Stap voor Stap te werk gaan en goed op de Haakjes, Termen en Factoren letten. |
2. |
Als Bewerkingen naar de andere kant gebracht worden geldt hun Tegenover-gestelde Bewerking. |
3. |
Bewerking uitvoeren op alle Termen en Factoren zowel Links als Rechts |
Stap 1: |
|
Eerst Breuken en Wortels wegwerken door te Vermenigvuldigen of Kwadrateren. |
|
|
Side Note: Haakjes niet uitwerken!!! |
|
|
Je kan dan vermenigvuldigen met het hele haakje, waardoor je in 1 keer de Breuk wegwerkt. |
Stap 2: |
|
Daarna de variabele van termen die het bewerkingsteken hebben voor Optellen en Aftrekken naar de andere kant brengen. |
Stap 3: |
|
Variabele tussen Haakjes vandaan halen, en wat overblijft tussen Haakjes weer naar de andere kant brengen om de gewenste Variabele te Isoleren |
Meest voorkomende Wortels en Machten
Wortel: |
Verheven tot 2e Macht! |
Verheven tot de 3e Macht |
√4 = 2 |
2∗2 = 4 |
2∗2∗2 = 8 |
√9 = 3 |
3∗3 = 9 |
3∗3∗3 = 27 |
√16 = 4 |
4∗4 = 16 |
4∗4∗4 = 64 |
√25 = 5 |
5∗5 = 25 |
5∗5∗5 = 125 |
√36 = 6 |
6∗6 = 36 |
6∗6∗6 = 216 |
√42 = 7 |
7∗7 = 42 |
7∗7∗7 = 343 |
√64 = 8 |
8∗8 = 64 |
8∗8∗8 = 512 |
√81 = 9 |
9∗9 = 81 |
9∗9∗9 = 729 |
√100 = 10 |
10∗10 = 100 |
10∗10∗10 = 1000 |
√121 = 11 |
11∗11 = 121 |
11∗11∗11 = 1331 |
√144 = 12 |
12∗12 = 144 |
12∗12∗12 = 1728 |
√169 = 13 |
13∗13 = 169 |
13∗13∗13 = 2197 |
√196 = 14 |
14∗14 = 196 |
14∗14∗14 = 2744 |
√225 = 15 |
15∗15 = 225 |
15∗15∗15 = 3375 |
√256 = 16 |
16∗16 = 256 |
16∗16∗16 = 4096 |
√289 = 17 |
17∗17 = 289 |
17∗17∗17 = 4913 |
√324 = 18 |
18∗18 = 324 |
18∗18∗18 = 5832 |
√361 = 19 |
19∗19 = 361 |
19∗19∗19 = 6859 |
√400 = 20 |
20∗20 = 400 |
20∗20∗20 = 8000 |
Tafels van 3, 7, 9 en 13
3 |
7 |
9 |
13 |
1∗3 = 3 |
1∗7 = 7 |
1∗9 = 9 |
1∗13 = 13 |
2∗3 = 6 |
2∗7 = 14 |
2∗9 = 18 |
2∗13 = 26 |
3∗3 = 9 |
3∗7 = 21 |
3∗9 = 27 |
3∗13 = 39 |
4∗3 = 12 |
4∗7 = 28 |
4∗9 = 36 |
4∗13 = 52 |
5∗3 = 15 |
5∗7 = 35 |
5∗9 = 45 |
5∗13 = 65 |
6∗3 = 18 |
6∗7 = 42 |
6∗9 = 54 |
6∗13 = 78 |
7∗3 = 21 |
7∗7 = 49 |
7∗9 = 63 |
7∗13 = 91 |
8∗3 = 24 |
8∗7 = 56 |
8∗9 = 72 |
8∗13 = 104 |
9∗3 = 27 |
9∗7 = 63 |
9∗9 = 81 |
9∗13 = 117 |
10∗3 = 30 |
10∗7 = 70 |
10∗9 = 90 |
10∗13 = 130 |
11∗3 = 33 |
11∗7 = 77 |
11∗9 = 99 |
11∗13 = 143 |
12∗3 = 36 |
12∗7 = 84 |
12∗9 = 108 |
12∗13 = 156 |
13∗3 = 39 |
13∗7 = 91 |
13∗9 = 117 |
13∗13 = 169 |
14∗3 = 42 |
14∗7 = 98 |
14∗9 = 126 |
14∗13 = 182 |
15∗3 = 45 |
15∗7 = 105 |
15∗9 = 135 |
15∗13 = 195 |
|