Cheatography
                https://cheatography.com
            
        
        
    
                   
                            
                    
        
        
            
    
        
                            
        
                
        
            
                                
            
                
                                                | Voorbeelden markten
                        
                                                                                    
                                                                                            | goederenmarkt | vb. huizen |  
                                                                                            | dienstenmarkt | vb. gezondheidszorg |  
                                                                                            | inputmarkt | vb. kapitaalmarkt |  
                                                                                            | financiële markt | vb. wisselmarkt |  Marktvraag
                        
                                    
                        | = totale hoeveelheid die alle consumenten samen bereid zijn te kopen afhankelijk van determinanten zoals prijs en inkomen*
 Negatief verband tussen x en p
 |  Begrippen
                        
                                                            
                            | Inferieure goederen = goederen waarbij gevraagde hoeveelheid daalt bij hogere inkomen |  
                            | Complementaire goederen = prijsverhoging ene goed zal gevraagde hoeveelheid andere goed doen afnemen |  
                            | Substituten = prijs ene goed heeft positief invloed op vraag andere goed |  
                            | Modeverschijnselen of netwerkeffecten = positief invloed in aantal consumenten |  
                            | Snobeffecten = producten met hoge exclusiviteitswaarde vb. sportwagen |  
                            | Betalingsbereidheid = consumenten geven aan dat ze bereid zijn maximaal deze prijs te betalen voor de desbetreffende hoeveelheid |  
                            | Intemporele substitutie = aanbod verschuiven in tijd wanneer producten stockeerbaar zijn |  
                            | Comparative statica = vergelijken oorspronkelijke en nieuwe marktevenwicht |  
                            | Prijselasticiteit = met hoeveel % x wijzigt wanneer p met 1% toeneemt |  
                            | Fallacy of composition = wat ramp is voor individu als alleen hj getroffen wordt, kan zeer goede zaak zijn wanneer iedereen getroffen wordt vb. mislukte oogst |  Vraagcurve
                        
                            Verschuiving VAN curve --> andere determinanten wijzigen buiten prijs
 Verschuiving LANGS curve --> prijs verandert
 |  | Marktaanbod
                        
                                    
                        | = totale hoeveelheid van goed die alle producenten samen bereid zijn te produceren
 Positief verband tussen x en p
 |  Marktevenwicht
                        
                            Aangeboden hoeveelheid < gevraagde hoeveelheid --> vraagoverschot
 Aangeboden hoeveelheid > gevraagde hoeveelheid --> aanbodoverschot
 Bijzondere gevallen prijselasticiteit
                        
                            a) Perfect elastisch b) Perfect inelastisch
 Overheidsinterventies
                        
                                    
                        | Indirecte prijsinterventies- belastingen
 - accijns
 -ad valorem/waardenbelasting
 - subsidies
 
 Directe prijsreglementering
 - minimumprijs
 - maximumprijs
 |  Maximumprijzen
                        
                            Zorgt voor aanbodtekort.  Overheid moet dit wegwerken anders ontstaat er een parallelle markt. Effecten indirecte belastingen |  | Prijselasticiteit
                        
                                    
                        | |e| < 1 - prijsinelastische vraag, de gevraagde hoeveelheid reageert minder dan proportioneel op een prijswijziging
 
 |e| > 1
 - prijselastische vraag
 
 Negatief, dimensioneel getal
 |  Determinanten E
                        
                                    
                        | Beschikbaarheid substituten
 Noodzakelijk/luxegoed
 - luxegoederen hebben hogere prijselasticiteit
 
 Tijdshorizon
 |  Formules
                        
                            Prijselasticiteit vraag Andere elasticiteiten
                        
                                    
                        | Kruiselingse prijselasticiteit= met hoeveel % verandert vraag naar goed a, indien prijs goed b stijgt met 1%
 
 Inkomenselasticiteit vraag
 = met hoeveel % verandert gevraagde hoeveelheid bij inkomenstoename 1%
 |  Verband tussen uitgaven en prijselasticiteitPrijselasticiteit
                        
                            Aanbodcurve steiler --> prijsinelastisch (x neemt maar beetje toe)Aanbodcurve vlakker --> prijselastisch (x neemt veel toe)
 | 
            
            
            
        
        
        
        
        
            
    
        
          
Created By
Metadata
Comments
No comments yet. Add yours below!
Add a Comment
More Cheat Sheets by Soumia