Show Menu
Cheatography

Dutch Vocabulary Cheat Sheet by

Everyday Dutch vocabulary

Basics

Hi
Hoi
What is your name?
Hoe heet u?
Nice to meet you
Leuk u te ontmoeten
How are you?
Hoe gaat het met u?
I'm good thanks
Goed, dank je
And you?
En u?

Unders­tanding

What do you mean?
Wat bedoel je?
I don't understand
Ik begrijp het niet
I don't know
Ik weet het niet
Sorry
Sorry
What is that called in Dutch?
Hoe noem je dat in het nederl­ands?
What does that word mean in English?
Wat betekent dat woord in het engels?

Language & Age

Do you speak (Engli­sh/­Dutch)?
Spreekt u (Engels/ Nederl­ands)?
Does she speak ___?
Spreekt ze ___?
A little bit
Een (klein) beetje
How old are you?
Hoe oud ben je?
I'm 33 years old
Ik ben drieën­dertig jaar oud
It was nice talking to you
Leuk met u gesproken te hebben

Holidays & Occasions

Happy birthday
Gefeli­citeerd
Happy new year
Gelukkig nieuw jaar
Merry Christmas
Gelukkig kerstfeest
Good luck
Succes
Congra­tul­ations
Gefeli­citeerd

Seasons

Seasons
Seizoenen
Spring
Lente
Summer
Zomer
Autumn
Herfst
Winter
Winter

Weather

Sky
Lucht
Cloud
Wolk
Rainbow
Regenboog
Cold
Koud
Hot
Warm
It is hot
Het is heet
It is cold
Het is koud
It is sunny
Het is zonnig
It is cloudy
Het is bewolkt
It is humid
Het is vochtig
It is raining
Het regent
It is snowing
Het sneeuwt
It is windy
Het waait
How is the weather?
Hoe is het weer?
Good weather
Ged weer
Bad weather
Slecht weer
What is the temper­ature?
Wat is de temper­atuur?
It is 24 degrees
Het is 24 graden

Transp­ort­ation

Transp­ort­ation
Vervoer
Helicopter
Helikopter
Airplane
Vliegtuig
Train
Trein
Boat
Boot
Bicycle
Fiets
Truck
Vracht­wagen
Car
Auto
Bus
Bus
Tram
Tram
Motorcycle
Motorfiets
Scooter
Scooter
Ferry
Veerboot
Taxi
Taxi
Subway
Metro
Ambulance
Ambulance
Fire truck
Brandw­eer­wagen
Police car
Politi­eauto
Tractor
Trekker

Time & Date

Tomorrow morning
Morgen ochtend
Day before yesterday
Eergis­teren
Day after tomorrow
Overmorgen
Next week
Volgende week
Last week
Vorige week
Next month
Volgende maand
Last month
Vorige maand
Next year
Volgend jaar
Last year
Afgelopen jaar
What day?
Welke dag?
What month?
Welke maand?
What day is it today?
Welke dag is het vandaag?
Today is November 21
Het is vandaag 21 november
Wake me up at 8
Maak me wakker om 8 uur
When is your appoin­tment?
Hoe laat is jouw afspraak?
Can we talk about it tomorrow?
Kunnen wij er morgen over praten?

Time Expres­sions

Morning
Morgen
Afternoon
Middag
Evening
Avond
Night
Nacht
Midnight
Midder­nacht
Tonight
Vanavond
Last night
Gister­avond
Today
Vandaag
Tomorrow
Morgen
Yesterday
Gisteren

Time Vocabulary

Afterward
Naderhand
Soon
Gauw
Before
Voordat
Early
Vroeg
Late
Laat
Later
Later
Never
Nooit
Now
Nu
Once
Eens
Many times
Vele malen
Sometimes
Soms
Always
Altijd
What time is it?
Hoe laat is het?
At what time?
Hoe laat?
For how long?
Voor hoelang?

Rooms In A House

Room
Kamer
Living room
Huiskamer
Bedroom
Slaapkamer
Dining room
Eetkamer
Kitchen
Keuken
Bathroom
Badkamer
Hallway
Hal
Laundry room
Wasruimte
Attic
Zolder
Basement
Kelder
Closet
Kast
Balcony
Balkon

Parts Of A House

Shed
Schuur
Garage
Garage
Yard
Tuin
Mailbox
Postbus
Door
Deur
Floor
Verdieping
Carpet
Tapijt
Ceiling
Plafond
Window
Venster
Light switch
Lichts­cha­kelaar
Electrical socket
Stopco­ntact
Heater
Verwarming
Air-co­ndi­tioner
Airco

Furniture

Sofa
Bankstel
Coffee table
Salontafel
Bookcase
Boekenkast
Table
Tafel
Chair
Stoel
Lamp
Lamp
Bed
Bed
Mattress
Matras
Nightstand
Nachtk­astje
Dresser
Dressoir
Television
Televisie
Washer
Wasmachine
Dryer
Droger

Household Items

Wastepaper basket
Prullenbak
Blanket
Deken
Pillow
Kussen
Sheet
Laken
Pillowcase
Kussen­sloop
Bedspread
Sprei
Hanger
Hanger
Painting
Schilderij
House plant
Kamerplant
Curtains
Gordijnen
Rug
Tapijt
Clock
Klok
Keys
Sleutels

Bathroom

Toilet
Toilet
Mirror
Spiegel
Sink
Wastafel
Bathtub
Bad
Shower
Douche
Shower curtain
Douche­gordijn
Faucet
Kraan
Toilet paper
Toilet­papier
Towel
Handdoek
Scale
Weegschaal
Hair dryer
Haardroger

Kitchen Appliances

Refrig­erator
Koelkast
Stove
Fornuis
Oven
Oven
Microwave
Magnetron
Dishwasher
Vaatwa­sma­chine
Toaster
Broodr­ooster
Blender
Blender
Coffee maker
Koffie­zet­app­araat
Can opener
Blikopener
Pot
Pot
Pan
Pan
Frying pan
Frituurpan
Kettle
Ketel
Measuring cups
Maatbekers
Mixer
Mixer
Cutting board
Snijplank
Trash can
Prullenbak

Friends

People
Mensen
Mr.
Mijnheer
Mrs.
Mevrouw
Miss
Mejuffrouw
Boy
Jongen
Girl
Meisje
Baby
Baby
Woman
Vrouw
Man
Man
Friend (male)
Vriend
Friend (female)
Vriendin
Boyfriend
Vriend
Girlfriend
Vriendin
Gentleman
Heer
Lady
Dame
Neighbour (male)
Buurman
Neighbour (female)
Buurvrouw

Astronomy

Galaxy
Sterre­nst­elsel
Star
Ster
Moon
Maan
Planet
Planeet
Asteroid
Asteroïde
Comet
Komeet
Meteor
Meteoor
Space
Ruimte
Universe
Heelal
Telescope
Telescoop

Solar System

Solar system
Zonnes­telsel
Sun
Zon
Mercury
Mercurius
Venus
Venus
Earth
Aarde
Mars
Mars
Jupiter
Jupiter
Saturn
Saturnus
Uranus
Uranus
Neptune
Neptunus

School Supplies

Pencil
Potlood
Pencil sharpener
Potloo­dsl­ijper
Pen
Balpen
Scissors
Schaar
Book
Boek
Paper
Papier
Notebook
Notiti­eblok
Folder
Map
Ruler
Liniaal
Glue
Lijm
Eraser
Gom
Lunch box
Lunchbox

Classroom

Chalkboard
Schoolbord
Desk
Bureau
Report card
Rapport
Class level
Klasse niveau
Classroom
Klaslokaal
Student
Leerling
Flag
Vlag
Light switch
Licht
I need a pen
Ik heb een pen nodig
I need to find a map
Ik heb een kaart nodig
Is this his desk?
Is dit zijn bureau?
Where are the scissors?
Waar is de schaar?

School Subjects

Maths
Wiskunde
Science
Wetenschap
History
Geschi­edenis
Reading
Lezen
Writing
Schrijven
Music
Muziek
Foreign language
Vreemde taal
Geography
Aardri­jks­kunde
Art
Kunst
Biology
Biologie
Physics
Natuur­kunde

Feelings & Emotions

Happy
Blij
Sad
Verdrietig
Angry
Boos
Afraid
Bang
Joy
Vreugde
Surprised
Verrast
Calm
Kalmte
Alive
Levend
Dead
Dood
Alone
Alleen
Together
Samen
Bored
Verveeld
Easy
Makkelijk
Difficult
Moeilijk
Bad
Slecht
Good
Goed
I am sorry
Het spijt me
Don't worry
Maak je geen zorgen
 

Emergency

Are you okay?
Gaat het?
I need a doctor
Ik heb een dokter nodig
Help
Help
Call the ambulance
Bel een zieken­wagen
Call the police
Bel de polite
I am sick
Ik ben misselijk

Help & Directions

Can I help you?
Kan ik u helpen?
Can you help me?
Kunt u me helpen?
Where is the airport?
Waar is de luchth­aven?
Go straight
Ga rechtdoor
Then
Dan
Turn left
Sla linksaf
Turn right
Sla rechtsaf

Personal Inform­ation

Where are you from?
Waar komt u vandaan?
I'm from the UK
Ik kom uit de UK
I'm British
Ik ben Brits
Where do you live?
Waar woont u?
I live in the UK
Ik woon in het VK
What do you do for a living?
Wat doet u voor uw beroep?
I'm a student
Ik ben een student

Traveling & Buying

I have a reserv­ation
Ik heb gerese­rveerd
Do you have rooms available
Heeft u nog kamers beschi­kbaar?
I would like a non-sm­oking room
Ik wil graag een kamer voor niet-r­okers
How much it costs per night?
Hoeveel kost het per nacht?
Waiter
Ober
How much is this?
Hoeveel kost dit?
What is this?
Wat is dit?
 
       
 

Comments

No comments yet. Add yours below!

Add a Comment

Your Comment

Please enter your name.

    Please enter your email address

      Please enter your Comment.

          Related Cheat Sheets

          Ukrainian Vocabulary Cheat Sheet
          German Vocabulary Cheat Sheet
          Swedish Vocabulary Cheat Sheet

          More Cheat Sheets by RainyMoons

          German Vocabulary Cheat Sheet
          Film Studies Lecture Cheat Sheet
          Archaeology Timeline Cheat Sheet