Snelheidsopbouw in straalbuizen en leischoepen
Links = Leischoepen
Rechts = Straalbuis
Snelheidsopbouw in straalbuizen en leischoepen
In de afbeelding zie je enkele leischoepen en een straalbuis, dit zijn openingen waarin stoom van hogere druk expandeert naar een lagere druk en daarbij een hoge snelheid krijgt ten koste van de enthalpie. |
Snelheidsopbouw in straalbuizen en leischoepen
Voor een opening is de totale energie gelijk, zodat algemeen deze bovenstaande formule geldt.
Snelheidsopbouw in straalbuizen en leischoepen
Voor een opening is de totale energie gelijk, zodat algemeen deze bovenstaande formule geldt.
Formule van Zeuner afbeelding
Snelheid en Enthalpie
Links= Leischoepen
Rechts= Straalbuis
Formule van Zeuner versie 1
Met de gegevens uit bovenstaande afbeelding wordt deze versie van de formule van Zeuner afgeleid worden.
Formule van Zeuner Versie 2
Als de warmteval over de straalbuis bekend is, kan de eindsnelheid berekend worden.
De `theoretische' warmteval h0, is de warmteval die beschikbaar komt bij de ideale stroming in de straalbuis.
De bijbehorende theoretische `eindsnelheid' c0 wordt echter niet bereikt vanwege de wrijving van de stoom in de straalbuis.
De (straal)buiscoëfficiënt geeft aan welk deel van de theoretische eindsnelheid bereikt wordt, deze coëfficiënt vatieert van 0,93 tot 0,98.
Formule van Zeuner Versie 3
Het straalbuisverlies/ buisverlies.
Dit is het verlies van alle energie die als warmte in de stoom aanwezig blijft en uiteindelijk in de condensor terechtkomt en met het koelwater overboord gaat.
Hier wordt een deel van de uit warmte verkregen kinetische energie door wrijving weer omgezet in warmte. De werkelijke eindsnelheid c1 is daardoor lager dan de theoretische eindsnelheid c0 en de werkelijke warmteval delta
h of delta
hw is lager dan de theoretische warmteval h0.
|
|
Schoepcoëfficiënt
Deze formule geldt voor de snelheidsafname in diverse schoepen door wrijving.
De schoepcoëfficiënt varieert van 0,60 tot 0,96. Hoe sterker de ombuiging van de stoom in een schoep is, des te lager is de schoepcoëfficiënt.
Doordat de ombuiging naar de condensor toe steeds minder word, zal de schoepcoëfficiënt groter worden richting de condensor.
Soorten verliezen
Er zijn 4 soorten verliezen, namelijk: |
-Stromings verliezen, |
deze lopen met het kwadraat van de snelheden op.
|
- Rad wrijvings verliezen, |
dit ontstaat door het draaien van een turbinewiel in een met (dunne) stoom gevulde ruimte, wat arbeid kost en de stoom iets verwarmt.
|
- Ventilatie verliezen, |
deze treden op als schoepen, die niet door een stoomstraal bestreken worden, door de (dunne) stoom iets worden afgeremd, waarbij de stoom wat warmte opneemt.
|
- Lek verliezen, |
deze treden op als niet alle stoom door de schoepen gaat meer een gedeelte er langs lekt. Door al deze verliezen semen wordt de uiteindelijke warmteval nog iets kleiner. Deze worden ook wel de rest verliezen genoemd.
|
|
|
Leidschoepen
Leischoepen kunnen het gehele loopschoepomtrek bestrijken. |
Leischoepen hebben een convergerende doortocht (covergerend is naar elkaar toebuigend) waarin de stoom snelheid opbouwt (Bernouille). |
Sommige leischoepen hebben daarna een verwijding waarin de stoom expandeert en verder snelheid opbouwt. |
Het arbeidsproces |
Deze vind in 2 stappen plaats. |
Eerst expanderen van hoge druk naar lage druk en tegelijkertijd versnelling van de stoom ten koste van de enthalpie (ook wel warmteval delta h) over de trap genoemd |
|
Daarna wordt er pas arbeid verricht op de schoep door richtingsverandering van de snelheid van de stoom. |
Straalbuizen
Een aantal straalbuizen kunnen slechts een gedeelte van de de loopschoepomtrek bestrijken. |
De straalbuis heeft een convergerende doortocht (covergerend is naar elkaar toebuigend) waarin de stoom snelheid opbouwt (Bernouille) en daarna een verwijding, waarin de stoom expandeert en verder snelheid opbouwt. |
Het arbeidsproces |
Deze vind in 2 stappen plaats. |
Eerst expanderen van hoge druk naar lage druk en tegelijkertijd versnelling van de stoom ten koste van de enthalpie (ook wel warmteval delta h) over de trap genoemd |
|
Daarna wordt er pasarbeid verricht op de schoep door richtingsverandering van de snelheid van de stoom. |
Inwendig Rendement
Als we het over het inwendig rendement van de gehele turbine hebben , hebben we het over de verhouding tussen de theoretische warmteval delta
Ho tot de werkelijke warmteval delta
Hw.
Het inwendig vermogen is een maat voor het vermogen afgegeven aan de rotor, en is gelijk aan de massastroom stoom * de werkelijke enthalpieval. De werkelijke enthalpieval is de theoretische enthalpieval verminderd met alle verliezen in de turbine.
|