Cheatography
https://cheatography.com
Parasitaire ziekten en zoönosen
DEEL RUND
Crypto
Eimeria
This is a draft cheat sheet. It is a work in progress and is not finished yet.
EPIDEMIOLOGIE
kalf >1m, vaak asymptomatisch (behalve hoge ID)
diersoortspecifiek
meestal besmet met niet-pathogene soorten
meestal menginfectie
E. bovis en E. zuernii = stalcoccidiose
- uitbraken bijna uitsluitend op stal
- hoge concentratie dieren
- gunstige omstandigheden voor oöcysten
- bij alle leeftijden (vnl kalveren 1-6m)
- op meeste bedrijven worden oöcysten gevonden
E. alabamensis (België) = weidecoccidiose
- enkel bij 1e weideseizoenskalveren
(1-2w na inweiden)
- hoge piek vanaf 8-10d na inweiden
- 2e weideseizoensdieren zijn immuun |
orale opname gesporuleerde oöcysten
- redelijk snelle levenscyclus (ppp = 1-enkele w)
- oöcysten sporuleren snel in buitenwereld (d-w)
- zeer resistent in omgeving (>1j)
niet-pathogene soorten weinig klinisch belang
pathogene soorten:
- subklinische coccidiose (lage ID, immuniteit)
- klinische coccidiose (hoge ID, ziek)
BEHANDELING
behandelen met Diclazuril p.o. of Toltrazuril p.o.
éénmalig (snelle immuniteitsopbouw)
uitscheiding oöcysten stopt
raadzaam alle dieren in stal behandelen
probleembedrijven
- metafylactische behandeling 2w na vermoedelijke
besmetting
+ stalhygiëne |
DIAGNOSE
Vermoedelijke diagnose = anamnese + kl.
symptomen
bevestiging via fecesonderzoek
- staal pakken bij MEERDERE dieren (synchroon)
Kwalitatief fecesonderzoek
pathogene soorten niet-pathogene soorten:
- vorm en afmeting van oöcysten
- aanwezigheid van E. zuernii e/o E. bovis
Kwantitatief fecesonderzoek
aantal oöcysten/gram feces (OPG) → indicatie ID:
- McMaster methode
- MiniFlotac methode
lage OPG sluit geen zware infectie uit (acute gevallen)
Post-mortem
microscopisch OZ van darmafkrabsels
meerdere stalen pakken |
IMMUNITEIT
colostrum: voldoende en goede kwaliteit
infectiedruk (ID): laag = immuniteitsopbouw
hoog = zieke kalveren met diarree |
|
|
PATHOGENESE EN SYMPTOMEN
E. bovis > E. zuernii > E. alabamensis
- vorming schizonten en gamonten → letsels DD en dd
- intestinale cellen
- epitheelcellen
- lamina propria → bloedingen*
- reuzenschizonten = massale ontw. gamonten
- atrofie van villi → malabsorptie
- verhoogde darmpermeabiliteit → EW-verlies
- E. bovis en E. zuernii ook in crypten van Lieberkühn
infectiedruk immuniteit
klinische coccidiose → 2-3w p.i.
stinkende, (ev. bloederige)* diarree
koorts kan, anorexie, dehydratatie, tenesme
subklinische coccidiose (vaak) (spontaan genezen)
verminderde groei
gedaalde eetlust + pasteuze-waterige diarree
(met ev. gewichtsverlies) |
|
|
CONTROLE EN PREVENTIE
stalhygiëne
alle nieuwgeborenen behandelen met GM
(preventief op probleemedrijven, <24-48u)
omgeving behandelen, HYGIËNE
grondig reinigen
hitte: stoomreiniger
stal laten drogen (leegstand)
ontsmetten (ammoniumhydroxideNH3)
overbezetting vermijden
alle pasgeborene colostrum geven
voldoende geven
van goede kwaliteit
huisvesting kalveropfok, HYGIËNE
grondig reinigen (schoon)
liefst individueel
buiten >>> binnen
eigen drinkemmer
vermijd andere infecties |
|