Kookpunt
Hoe sterker de intermoleculaire krachten zijn in de moleculen, hoe hoger het kookpunt zal liggen |
KP: alkanen
zijn niet- polaire covalente bindingen |
gemiddelde landingsdistrubutie is neutraal |
elektronen bewegen en op een bepaald moment e- densiteit aan 1 kant hoger dan aan de andere kant = tijdelijke dipool, een andere moleculen er naast en die krijgt ook een tijdelijke dipool |
geinduceerde dipool interacties = london dispersie krachten |
in een homologe reeks stijgt het KP als er CH2 wordt toegevoegd |
bij vertakkingen daalt het contact opp en wordt het KP lager |
KP stijgt bij stijging van het moleculair gewicht |
KP: alkylhaliden, ethers, alcoholen en amines
beïnvloed door polaire karakter C-X binding (X = N, O, F, Cl, Br |
dipoolmoment: grootte ladingsverschil --> dipolen gaan zich oriënterne zodat positieve en negatieve uiteinden naar elkaar worden gericht |
ether: london-dispersiekrachten + dipool-dipool interacties |
alcoholen: (london)-dispersiekrachten + dipool-dipool interacties + H-bruggen |
amines: KP : primaire amines > secundaire amines > tertaire amines (bij vergelijkbaar moleculaire gewicht) |
Alkyl halides: london-dispersiekrachten + ddipool-dipool interacties |
dipool-dipool interactie daalt van fluor naar jood |
grootte neemt toe van fluor naar jood --> grootte e- wolk neemt toe --> groter atoom= meer polariseerbaar --> hoe polariseerbaarder het atoom, hoe meer dispersie-interacties |
enkele begrippen
H-brug |
speciale elektrostatische interacties tussen een H-atoom gebonden op een e- negatief atoom (N, O en F) en een vrij e- paar van elektronegatief atoom |
pakking |
eigenschap die bepaalt hoe goed moleculen in een vaste stof in een kristalrooster passen (beïnvloed SP) |
solvatatie |
interactie van een solvent en een molecule of ion opgelost in dat solvent |
|
|
Smelt punt
SP alkanen stijgt in homologe serie |
SP van alkanen met even koolstofnummer liggen op 1 curve, die gene met oneven liggen ook op 1 curve |
oplosbaarheid van polaire solventen
polaire verbindingen lossen op in polaire solventen |
pariële lading die kan interageren met partiële ladingen van polaire op te lossen component |
- pool solventmoleculen omringt door + pool polaire component |
+ pool solventmolecule omringt - pool van polaire component |
Oplosbaarheid van niet-polaire componenten
niet-polaire verbindingen lossen op in niet-polaire solventen |
ze zijn niet in staat polaire moleculen van elkaar weg te duwen |
oplosbaarheid van alcoholen, ethers, amine
alcohol |
polaire OH groep en niet polaire alkylgroep |
|
hoe groter alkylgroep hoe slechter het oplost |
ether |
H-brig acceptor --> oplosbaarheid in water |
|
algemeen weinig reactief + functie als solvent |
Amine |
lage amines zijn oplosbaar in water, amines kunnen H-bruggen wormen met watermoleculen (2 H-atomen voor brug vorming ij primaire amines) |
|
tertair amine= H-brug acceptor, |
|
geprotoneerde amine (RNH3+, R2NH2+, R3NH+): toename oplosbaarheid (ion-dipool-interacties) |
Alkylhaliden |
polair karakter |
Fluoriden |
waterstofbrugacceptor --> alkyl fluoriden = meest wateroplosbaar van de alkylhaliden |
|
|
3D structuur van molecule
structuur van alkanen
conformaties |
verschillende ruimtelijke schikkingen van atomen die door rotaties rond een X-Y sigma-binding snel in elkaar overgaan |
torsiespanning |
extra energie van de geëclipseerde conformatie vermits er afstoting is tussen de elektronen in de twee bindinggen |
sterische spanning |
nabijheid van groepen |
zigzagvorm |
anti-conformatie |
hoekspanning |
de afwijking van de bindingshoek van de ideale hoek |
conformatie
geëclipseerde is minst stabiele
geschrankt is het stabielste = grootste groepen ver van elkaar
Stoel conformatie
equatoriaal is stabieler
stoel conformatie en newman projectie
ringinversie
alle equatoriale groepen worden axiaal en omgekeert ( je draait met de klok mee met het plaatsen van de elementen) |
bootconformaties: minder stabiel, zijdelingse C-H binding zijn geëclipseerd, geen hoekspanning, sterische spanning door nabijheid van flagpole waterstoffen |
|