Show Menu
Cheatography

Stoomturbines Soorten Cheat Sheet (DRAFT) by

Stoomturbines - Basispricipe - Curtis turbine - Zoelly turbine - 2-Druks turbine HvA Opl. Maritiem Officier, jaar 2 BTB4

This is a draft cheat sheet. It is a work in progress and is not finished yet.

Basisp­rincipe Stoomt­urbine

Werking gebaseerd op het principe van het vermee­rderen van de snelheid van de stoom door expansie in een straalbuis (afbee­lding A) of in een leidsc­hoe­pkanaal (afbee­lding B).
Bij afbeelding A vindt je rechts de doorsnede van de straal­buis, dus een ovaal, en bij afbeelding B vindt je rechts de doorst­roo­mpr­ofiel van leidsc­hoepen, dus rechth­oekjes.
Hierna gaan we al deze zaken wat nader bekijken.

Basisp­rincipe Stoomt­urbine

Een leidsc­hoe­pkanaal eindigt in een vernauwing van de doortocht, waardoor een snelhe­ids­ver­hoging plaats vindt.
Deze snelhe­ids­toename van de stoom gaat ten koste van een aantal dingen, namelijk:
Over het algemeen;
De druk
Na verric­hting van arbeid;
De enthalpie van de stoom
 
De potentiële energie van de stoom
 
De straal­buizen of leidsc­hoepen zijn in segmenten in het turbin­ehuis ingebouwd. Terwijl de loopsc­hoepen op de rotor van de turbine zijn gemont­eerd.
De stoom, die nu een hoge snelheid heeft opgebouwd, stroomt de loopschoep in, waarna zijn richting wordt veranderd door de vorm van de loopsc­hoep.
Door deze richti­ngs­ver­and­ering oefent de stoom een kracht uit op de loopsc­hoep, waardoor de rotor-as gaat draaien.
De snelhe­ids­energie van de stoom wordt omgezet in mechan­ische arbeid.

Condensor en Drukval

 
 

Curtis­turbine (gelijke druk turbine)

Werkin­gsp­rincipe

De stoom voor de turbine verse stoom wordt aangevoerd via een straal­buis, waarbij de druk geheel wordt omgezet in snelheid.
De stoom expandeert dan van de toevoe­rdruk naar de afvoerdruk (dit is de lage condensor druk), waardoor het volume toeneemt.
Dan stroomt het langs loopsc­hoepen en omkeer­sch­oepen.
Na het laatste schoep­­enwiel stroomt de stoom in de condensor, dit wordt dan afgewerkte stoom genoemd.
Het hoge toerental wordt geredu­ceerd door de
tandwi­elr­eductie met aangeh­angen smeero­lie­pomp.

Loop- en Omkeer­sch­oepen

De richting waarin de stoom stroomt wordt omgedraaid in/door de loopsc­hoepen in het eerste­ lo­opwiel. Hierdoor ondervindt het loopwiel een kracht, waardoor het loopwiel gaat draaien. Door deze richti­ngs­ver­and­ering geeft de stoom een deel van zijn kinetische energie af. Na het loopwiel te zijn gepass­eerd, wordt de stroom­ric­hting van de stoom wederom veranderd in de vaste, dus aan het huis vast gemont­eerde omkeer­sch­oepen, waarna het in de tweede rij loopsc­hoepen wederom arbeid kan verric­hten.

Constr­uctie aspecten

De omkeer­sch­oepen "fixed blades" kunnen op twee manieren bevestigd worden:
- Aan de omkasting (links)
- In zogenaamde diaphragms (midden)

De loopsc­hoepen zitten bevestigd op de rotor (rechts).

Dus omkeer­sch­oepen bewegen niet, alleen loopsc­hoepen roteren omdat deze op de rotor en as zitten.

Constr­uctie Loopsc­hoepen

Diabolo Constr­uctie

- Doortocht neemt toe
- Stroom­toevoer in het midden,
- Voordeel van deze stroom­toe­voer, de axiale krachten heffen elkaar op

Druk- en Snelhe­idstrap

Er wordt onders­cheid gemaakt in twee trappen:
- De druktrap
- De snelhe­idstrap

Bij een curtis­turbine zijn deze als volgt:
- De druktrap = de straalbuis
- De snelhe­idstrap = het loopwiel

Op de rechter afbeelding weergeven
De oriëntatie van 4 straal­buizen op een loopwiel

Snelhe­ids­dri­ehoeken en Schoep­coë­ffi­ciënt

De abeelding geeft een dwarsd­oor­snede van een schoep weer, dus als de verder zou kijken, kijk je op de turbin­e-as.
In deze dia wordt alleen de omkering in het eerste loopwiel getoond.

In het rechter figuur zijn de snelhe­ids­dri­ehoeken onder elkaar gezet.

Snelhe­ids­dri­ehoeken en Schoep­coë­ffi­ciënt

c = absolute snelheid
De baan van een stoomd­eeltje voor een toesch­ouwer buiten de turbine.
u = omtrek­sne­lheid
Deze neemt toe met de straal en het toerental. Formule u= pix Diameterx n
W = relatieve snelheid
dus voor de waarnemer die naast het stoomd­eeltje op de schoep bevind.
c= u + W
Absolute snelheid = omtrek­sne­lheid + relatieve snelheid, vectorieel opgeteld!!
 
.
Bij de loopsc­hoep is de intred­ehoek zodanig gecons­trueerd dat het stoomd­eeltje met een ideale­ sn­elh­eid­sri­chting moet worden opgeva­ngen,
dus de raaklijn aan de schoep­rand, TERWIJL de loopschoep zijn nominale rotati­esn­elheid, dus u nominaal, heeft. 
Voor de schoep, die zelf met snelheid u rondvl­iegt, is die ideale snelhe­id de relatieve snelheid W.
Door wrijvi­ngs­ver­liezen is w2 , de relatieve snelheid vanuit de schoep, kleiner dan w1
De schoep coëffi­cië­nt ­hoo­fdl­etter psi geeft dit aan. ???
Ook is te zien dat de stoom loodrecht de turbine uit vliegt, want c2 is loodrecht.
In het rechter figuur zijn de snelhe­ids­dri­ehoeken onder elkaar gezet.

Snelhe­ids­dri­ehoeken en Schoep­coë­ffi­ciënt

Dit is een zogeheten asymme­trische loopsc­hoep, hierbij wordt de absolute uittre­des­nelheid kleiner, wat het verlies beperkt.
Nadeel­ hi­erbij is dat de axiale krachten die doorwerken op de rotor niet meer gebala­nceerd zijn, waardoor een stuwlager vereist is.

Expansie

 
 

Zoelly turbine (Overdruk)

Hier expandeert de stoom in meerdere trappen, druktr­appen, uitein­delijk tot de conden­sor­druk.
In het rechte­rpl­aatje zijn de snelhe­ids­dri­ehoeken te zien. De schoep is zodanig gecons­trueerd dat de uittre­des­nelheid loodrecht in de volgende druktrap stroomt om verder te expanderen en snelheid op te doen.
De labyrint afdich­tingen zijn te zien tussen de as en leidsc­hoepen, wat ook nodig is aangezien de druk per trap verschilt.

De linker turbine heeft 4 druk- en snelhe­ids­trappen

Werkin­gsp­rincipe

In de Zoelly turbine expandeert de stoom in meerdere trappen.
Doordat de stoom in Zoelly­-tu­rbine trapsg­ewijs expand­eert, neemt ook het soortelijk volume van de stoom trapsg­ewijs toe. Hierdoor moeten de schoepen bij het dalen van de druk een steeds grotere volume­stroom van het stoom doorlaten.
Deze grotere doorlaat kan verkregen worden door bij gelijk­bli­jvende gemiddelde schoep­dia­meter de schoepen langer te maken. Bij gelijk­bli­jvende schoep­lengte kan de schoep diameter vergroot worden.
Vaak wordt een combinatie van beiden toegepast.

Leidsc­hoepen

Gebruik van alleen conver­gerende leidsc­hoepen, i.p.v. straal­buizen
Hierbij wordt een deel van de druk omgezet in snelheid.
Niet hele grote stooms­nelheid nodig, want in de volgende druktrap wordt de snelheid weer verhoogd.

Constr­uctie

 

Druk- en Snelhe­idstrap

Er wordt onders­­cheid gemaakt in twee trappen:
- De druktrap
- De snelhe­­id­strap
Bij een Zoelly turbine zijn deze als volgt:
- De druktrap = een rij leisch­oepen
- De snelhe­­id­strap = het loopwi­el????
Druktrap
Dit is een expans­ietrap waarin de druk daalt. Een druktrap bestaat uit een rij leisch­oepen, waarin de stoom kinetische energie verkrijgt ten koste van de enthalpie
Bij deze turbine wordt elke druktrap opgevolgd door een loopwiel, waarin de kinetische energie van de stoom groten­deels omgezet wordt in mechan­ische arbeid.
Snelhe­idstrap
....
Een Zoelly turbine bestaat uit meerdere druk trappen elke gevolgd door een snelhe­ids­trap.

Snelhe­ids­dri­ehoeken

De schoep is zodanig gecons­trueerd dat de uittre­des­nelheid loodrecht in de volgende druktrap stroomt om verder te expanderen en snelheid op te doen.

Snelhe­ids­dri­ehoeken

De uitstr­oom­sne­lheid c2 is niet gelijk aan de aanvan­gss­nelheid Ca in de volgende druktrap, want er gaat nog energie verloren aan wervel­ingen.
Een maat voor de energie die vanuit je uittre­dev­erlies weer omgezet wordt in aanvan­gse­nergie van je volgende druktrap is de overst­roo­mfactor mu

Gedeel­telijke Bestri­jking

Omdat de stoom trapsg­ewijs expand­eert, neemt ook trapsg­ewijs het soortelijk volume van de stoom toe.

Gedeel­telijke Bestri­jking

Dit kan voor in de turbine toegepast worden wanneer de schoepen bij het dalen van de druk een steeds grotere volume stroom moeten doorlaten.
Dit betekent dat slechts over een deel van de omtrek, leidsc­hoepen aanwezig zijn. De schoep­dia­meter en de schoep­lengte kunnen dan voor een aantal trappen gelijk zijn.
Naarmate de druk zakt en je verder in de turbine komt, neemt de bestri­jking en doortocht toe
Om het uiteinde van de turbine constr­uct­ief­ niet al te groot te maken en om ruimte te geven aan de geëxpa­ndeerde stoom, wordt er een gedeelte van de stoom afgetapt en terugg­eleid in het proces. Dit om bijv. Het voedin­gswater te voorwa­rmen. Wat gunstig is voor het rendement dit wordt Rankine proces genoemd.

Expansie

De expansie de gestip­pelde lijn verloopt van A naar C.

Je ziet ook dat je met verzadigde stoom hoog eindigt in je waterg­ehalte. Als je overve­rhitte stoom gebruikt (recht­erl­ijn), met eenzelfde delta H, dan eindig je hoger in dampge­halte.

Er wordt hier uitgegaan dat het inwendig rendement per trap gelijk is, echter dit neemt af op het eind, want bij een hoger waterg­ehalte neemt de wrijving en weerstand toe. Dan zou je lijn dus meer naar rechts toe krommen op het eind.
 

Twee-druks Turbine

Hier zie je dat overve­rhitte stoom van de hoge s­too­mdrum van 16 bar en 300 gr in de turbine samenkomt met stoom van de lage stoomd­rum van 2 bar en 160 gr.

Werkin­gsp­rincipe

De eerste- en de tweede­-trap luchtk­oeler worden hier beide gebruikt als voedin­gwa­ter­voo­rve­rwa­rmer.
Lagedr­uks­too­mdrum
Een deel van het water wordt via een veerbe­laste klep als voedin­gswater naar de lagedr­uks­too­mdruk geperst. het water daarin circuleert door een warmte­wis­selaar die verhit wordt met zoet koelwater van de motor met een temper­atuur van 130 gr C.
Bij een druk van ongeveer 2 bar en 120 grC wordt stoom gevormd. Een deel van de stoom wordt gebruikt voor verwar­min­gsd­oel­einden. De resterende stoom gaat via de lagedr­uk-OVO, die de laatst warmte uit de uitlaa­tgassen haalt, naar de laatste trappen van de turbine.
Hogedr­uks­too­mdrum
Het water uit de eerste­-trap luchtk­oeler gaat als voedin­gswater naar de hogedr­uks­too­mdrum. Het water daarin circuleert door de verdam­per­bundel in de uitlaa­tga­sse­nketel, waarin stoom van ongeveer 200 gr C en 16 bar gevormd wordt. Een deel van deze verzadigde stoom wordt gebruikt voor het voorwarmen van onder andere de brandstof voor de hoofdm­otor.
Het grootste deel van de stoom wordt in de hogedr­uk-OVO verhit tot 300 gr C en naar de turbine gevoerd. In de turbine ment de stoom zich na een aantal trappen met de lagedr­uks­toom, om samen verder te expanderen tot de conden­sor­druk.

Constr­uctie

 

Expansie